Onlangs had ik een vriend uit Zwitserland op bezoek.
We kregen het over mantelzorg. Hij vertelde hoe zijn schoonzus mantelzorg verleent aan een bewoner in de buurt en op deze manier ‘tijd spaart’. Tijd die ze kan inruilen voor mantelzorg op het moment dat ze die zelf nodig heeft. Kiss-Zeit heet dit systeem. Een aansprekend voorbeeld, dat beantwoordt aan mijn zoektocht naar nieuwe out-of-the-box manieren om (mantel)zorg te stimuleren en te borgen. Uiteraard zitten er haken en ogen aan. Het vergt bijvoorbeeld de nodige begeleiding om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
Later kwam ik dit idee tegen in het rapport ‘Anders leven en zorgen’ van de Raad Volksgezondheid en Samenleving (RVS), dat in mei is verschenen. In antwoord op de groeiende personeelstekorten in de zorg pleit dit rapport voor een andere manier van de zorg organiseren, zodanig dat er sprake is van een gelijkwaardige samenwerking tussen naasten, vrijwilligers en beroepskrachten. “Betrokkenheid van informele zorgverleners bij besluitvorming, planning en uitvoering van zorg lijkt misschien logisch en vanzelfsprekend, maar is het niet.” Terwijl in die richting wel een oplossing gevonden kan worden om te voorkomen dat de langdurige zorg vastloopt: “Positioneer het informele netwerk als onderdeel van een team. Vorm zodra iemand in zorg komt een team van hulpvrager, naasten, vrijwilligers en beroepskrachten“, luidt één van de aanbevelingen.
Rapport 'Anders leven en zorgen'
Dit vergt een cultuuromslag waarbij allerlei obstakels moeten worden overwonnen: regeldruk, strakke kwaliteitskaders, zorgen voor aansprakelijkheid, institutioneel geheugenverlies. Verder vraagt de ontwikkeling van deze “hybride zorg” om structurele borging en facilitering, wil het niet blijven steken in mooie intenties en een goedbedoelde pilot. In haar reactie op dit rapport, tekent VPTZ Nederland aan dat er juist in de palliatieve terminale zorg al veel mooie voorbeelden zijn te vinden van een intensievere samenwerking tussen naasten, vrijwilliger en beroepskrachten. Maar tevens dat dit samenspel voortdurend onder druk staat door overbelasting en ontbreken van mantelzorgers, vrijwilligers of beroepskrachten, etc.
Van de kansen en bedreigingen om werk van te maken van intensievere samenwerking, zijn wij ons hier in de regio goed bewust. Waarbij het gevoel van urgentie om te bouwen aan meer samenwerking de boventoon voert. Graag bouwen we daarom mee aan wegen om verbinding en samenwerking tussen formele en informele zorg te verbeteren en deze nog beter te borgen. Elke dag weer en graag samen met u!
Dolf Mulder,
Algemeen coördinator VPTZ Arnhem